In veel gezinnen is het onmogelijk om kwaliteitsvol thuisonderwijs te organiseren.
De verspreiding van het coronavirus (covid-19) vergt een snelle en doortastende reactie van overheden en van alle burgers. Er worden drastische maatregelen genomen om het fysieke contact tussen (groepen van) mensen te verminderen. Het voornaamste doel is te vermijden dat de gezondheidszorg en de diensten Intensieve Zorgen overmand raken. Dat zou niet alleen een probleem zijn voor mensen die besmet zijn met covid-19, maar ook en vooral voor alle andere mensen die zorg nodig hebben. Een gezondheidscrisis zonder voorgaande vermijden is dus prioriteit nummer een. Terecht.
Eén van de meest ingrijpende maatregelen die werden genomen om het contact tussen mensen te vermijden is de sluiting van de scholen. Hoewel er enige controverse bestaat over de effectiviteit van de maatregel werden de scholen in meer dan 100 landen gesloten. Meer dan de helft van alle studenten wereldwijd kunnen niet meer op een normale manier naar school. In België werden de fysieke lessen in ijltempo omgevormd tot lesgeven op afstand, in de meeste gevallen met de hulp van digitale tools en elektronische leeromgevingen.
De sluiting van scholen heeft direct zichtbare gevolgen: kinderen moeten thuisblijven terwijl ouders in principe moeten blijven werken, als het kan van huis uit. Wiskundig kan dit als volgt worden samengevat: Koters + Telewerk = Stress. Andere ouders worden plots erkend in hun bestaan als noodzakelijke beroepsgroep en moeten wel gaan werken. Dat zijn vaak mensen die niet al te best betaald worden, en ook nog eens dicht en vaak in contact komen met klanten, collega’s of patiënten en zo dus een groter risico op besmetting lopen.
We moeten ons er echter van bewust zijn dat een schoolsluiting een minder zichtbare, maar zeer onwenselijk neveneffect zal hebben. De schoolachterstand van kinderen die in armoede leven dreigt (veel) groter te worden.
Dat zit zo. 12% van de Belgische 0-15 jarigen heeft geen geschikte plek in huis om huiswerk te maken of te studeren, 4% heeft geen leesboeken in huis aangepast aan hun leeftijd, 4,8% van de kinderen woont in een woning die niet adequaat verwarmd kan worden, en 3,8% heeft geen internet thuis. 8% heeft geen mogelijkheid om thuis even buiten te spelen. Tot slot: 9% van de 0-18 jarigen woont in een huis dat overbevolkt is. In zo’n omstandigheden is het moeilijk, zo niet onmogelijk om kwaliteitsvol thuisonderwijs te organiseren.
Bovendien is er nog een bijkomend probleem: 3% van de 0-15 jarigen krijgt thuis niet dagelijks een voedzame maaltijd of vers fruit of groenten voorgeschoteld. Voor deze kinderen is de schoolomgeving vaak de enige plek waar ze gezond en voedzaam kunnen eten. Heel wat onderzoek toont dat slechte voeding niet alleen leidt tot een slechtere gezondheid en lager mentaal welbevinden, maar ook rechtstreeks een impact heeft op de schoolresultaten. Met een knorrende maag is het moeilijk leren.
Het wordt cruciaal om te vermijden dat deze coronastop tot meer schoolse achterstand leidt voor kwetsbare kinderen. We weten immers dat lange zomervakanties een negatief effect hebben op de schoolse prestaties voor kinderen in armoede, maar veel minder tot niet voor kinderen die opgroeien in midden- en hogere inkomensgezinnen. Een lange zomervakantie vergroot de ongelijkheid tussen deze kinderen, die al groot is. Van deze coronastop kunnen we gelijkaardige effecten verwachten. Het verschil is natuurlijk dat er wel degelijk wordt doorgeleerd. Digitaal, vanop afstand. Maar: 6% van de gezinnen heeft geen computer thuis, 4% geen internetverbinding, en maar een derde van de gezinnen kan vlot gebruik maken van mobiele data via de gsm.
En dus. Voor een groot deel van de leerlingen zal het leren inderdaad verdergaan op hoog niveau. Laten de omstandigheden toe om dat te doen. De materiële omstandigheden waarin kwetsbare kinderen leven zorgt ervoor dat het leren voor hen moeilijk wordt, en de schoolse achterstand dreigt verder toe te nemen. En dan moet de zomervakantie nog komen. Bovendien zijn de initiatieven die normaal worden genomen om de ‘zomerongelijkheid’ te verzachten vandaag niet mogelijk. Voor sport- en jeugdkampen voor kwetsbare kinderen, leesgroepen, huisbezoeken, of voorleesinitiatieven is fysieke nabijheid noodzakelijk.
Wat te doen? Op korte termijn moet er in de mate van het mogelijk voor gezorgd worden dat kwetsbare kinderen toch kunnen leren, door opdrachten en lessen af te stemmen op de materiële omstandigheden waarin zij leven. Dus geen screenshots van Strava-parcours laten posten voor de leerkracht LO. Niet doen. Wel: aandacht voor lesmateriaal dat ook op smartphone toegankelijk is, of opdrachten die met pen en papier kunnen worden gemaakt. Nadenken over de verdeling van boeken die aangepast zijn aan het leesniveau van de leerlingen. En het is belangrijk om regelmatig contact te hebben met deze gezinnen. Onderzoek in Kortrijk wees uit dat dit efficiënt kan vanop afstand, via WhatsApp of sms. Even vragen hoe het gaat, en of er hulp nodig is, kan wonderen doen. En dat is niet de individuele verantwoordelijkheid van leerkrachten, die nu allemaal overweldigd worden, maar moet in samenwerking met lokale besturen, OCMW’s en welzijnsorganisaties gebeuren. En als de school opnieuw opengaat zal er bijzondere aandacht moeten zijn voor het leerproces van kwetsbare kinderen. Onderwijskoepels en scholen moeten daar nu al een strategie voor ontwikkelen.
Economische crises zetten de bestaande ongelijkheden op scherp. De financiële en economische crisis van 2008 heeft in veel landen de kinderarmoede doen toenemen, of heeft de toename versnelt. Als de coronapandemie zoals verwacht uitmondt in een economische crisis, worden de kinderen die opgroeien in armoede tweemaal geraakt. Eenmaal door de schoolsluiting, en dan nog eens dubbelop door de gevolgen van de crisis. En dus moet ook de onderliggende oorzaak van de prestatiekloof op school zelf aangepakt worden. De beleidsinstrumenten om de kinderarmoede te verminderen zijn voorhanden. Die moeten nu ingezet worden om de omstandigheden waarin kwetsbare kinderen leven te verbeteren. Denk aan de kinderbijslag, waarbij er meer kan worden gegeven aan wie het meer nodig heeft met een eenvoudige ingreep: de sociale toeslagen verhogen. Zo sla je twee vliegen in één klap: de omstandigheden waarin kinderen moeten leren verbeteren, en de onderliggende oorzaak wordt mee aangepakt. Dat zorgt voor meer stabiliteit in het gezin en helpt de meest kwetsbaren. Zodat deze gezondheidscrisis niet uitmondt in een sociale crisis die nog lang zou nazinderen.
Bron: www.sampol.be