Afgelopen zomer kwam de Vlaamse Regering op de proppen met verschillende regels die een ernstige inbreuk vormen op het recht op wonen voor sociale huurders en kandidaat-huurders. Acht organisaties trekken daarom naar het Grondwettelijk Hof. Het gaat om Vlaams Huurdersplatform, Netwerk tegen Armoede, CAW Groep, Welzijnszorg, SAAMO, ATD Vierde Wereld, Uit De Marge en de Liga voor Mensenrechten.
Sociale huisvesting heeft als doel om het recht op wonen te realiseren. Dat grondrecht op wonen wordt steeds meer gekoppeld aan voorwaarden die niets met reële woonnoden te maken hebben. Op die manier wordt het grondrecht op wonen steeds verder uitgehold.
Het beleid kijkt met steeds meer wantrouwen naar sociale huurders. Ze moeten aan steeds meer voorwaarden voldoen, louter omdat ze in een sociale woning wonen. In plaats van sociale huurders te stimuleren en ondersteunen om bijvoorbeeld Nederlands te leren of een traject te lopen bij de VDAB, worden ze geviseerd met verplichtingen en boetes. Het resultaat is een activerings- en taalbeleid dat veel strenger is voor sociale huurders dan voor anderen. Steeds opnieuw wordt met een vergrootglas naar sociale huurders gekeken, als zouden het profiteurs of fraudeurs zijn.
De nieuwe regelgeving stelt ook dat sociale huurders die uit huis worden gezet omwille van ernstige overlast of verwaarlozing van de woning zich gedurende drie jaar niet meer kunnen inschrijven voor een sociale huurwoning. Nochtans gaat het vaak om mensen die tijdelijk niet over adequate woonvaardigheden beschikken, bijvoorbeeld omwille van geestelijke gezondheidsproblemen. In plaats van begeleidingstrajecten op te zetten en deze mensen naar een aangepaste woonsituatie te begeleiden, wordt opnieuw een extra sanctie geïntroduceerd. En dat bovenop de uithuiszetting, die op zich al een ongeziene impact heeft op een alleenstaande of gezin. Deze regel zorgt er in de praktijk voor dat zeer kwetsbare huurders minstens zes jaar uitgesloten worden van de sociale huurmarkt (de optelsom van de straftijd en de gemiddelde wachttijd na herinschrijving).
Meer sociale huurwoningen
Dat sociale huurders zo geviseerd worden, heeft alles te maken met de schaarste aan sociale huurwoningen. Hoewel er in elke Vlaamse gemeente een ellenlange wachtlijst is, kan een gemeente of stad die al 15% sociale huurwoningen heeft, niet meer rekenen op Vlaamse financiering. In plaats van er streng op toe te zien dat elk lokaal bestuur zijn verantwoordelijkheid neemt om voldoende sociale huurwoningen te voorzien, wordt er net voor gekozen om welwillende besturen te blokkeren.
Door diezelfde schaarste komt er ook een nieuw toewijzingssysteem, met een zeer strenge lokale binding als voorrangscriterium (5 jaar onafgebroken in de gemeente wonen gedurende de laatste 10 jaar). Daardoor zullen onder meer mensen in armoede en erkende vluchtelingen moeilijker een sociale huurwoning kunnen bekomen. Tot slot verzetten de organisaties zich tegen de verregaande uitwisseling van gegevens van (kandidaat-)huurders, wat in strijd is met diverse privacybepalingen.