Ellen Baert en Marieke Verdeyen, opbouwwerkers van SAAMO in Antwerpen, beantwoorden drie vragen over de wooncrisis.
Wat houdt de wooncrisis in?
Marieke: “Dat betekent dat er een gebrek is aan geschikte huisvesting voor mensen met een laag inkomen. Voor die groep zijn er onvoldoende goede en betaalbare woningen om te huren of te kopen.”
“Grote gezinnen, kortgeschoolden met een laag inkomen, mensen die op een uitkering zijn aangewezen, mensen die werken met interimcontracten of eenoudergezinnen moeten vaak slecht of te duur wonen. Als zij geen degelijke sociale woning kunnen huren, dan hebben ze doorgaans nog drie opties. Ze komen terecht in een slechte woning met schimmel en structurele gebreken. Huisjesmelkers verhuren die woningen aan een te hoge prijs. Of mensen huren iets van betere kwaliteit, maar houden bijna niets over om van te leven. Of ze worden noodkoper. Ze kopen een goedkope woning van slechte kwaliteit, zonder geld te hebben voor de nodige renovaties.”
Welke impact heeft de wooncrisis op mensen die ermee geconfronteerd worden?
Ellen: “Ik wil wat oppassen met veralgemenen, maar het is duidelijk dat mensen in woonnood daar fysieke en mentale gevolgen van ondervinden. De stress is niet te onderschatten. Als je ‘thuis’ niet in orde is, dan zit je hoofd vol. Bij ouders zie ik een grote bezorgdheid over de gezondheid en het welzijn van hun kinderen. Kan je je inbeelden dat je je kinderen elke dag na school naar een pleintje meeneemt, omdat ze anders tussen de schimmel zitten? Of dat je in de traphal van je appartementsgebouw moet studeren omdat er geen rustige plek is binnen? Ik ken een meisje dat dat doet. En kinderen die op school altijd alleen in de rij staan, omdat er een duffe geur in hun kleren zit.”
“Het mentale weegt op het fysieke. Maar er is ook een rechtstreekse link tussen slechte woonomstandigheden en bronchitis, longontstekingen of allergieën. Slecht wonen maakt mensen ziek en dat heeft vele gevolgen op verschillende levensdomeinen: kinderen missen dagen school, ouders vallen uit op het werk, mensen durven thuis geen vrienden uit te nodigen, enzovoort.”
“De kans is groot dat mensen in een vicieuze cirkel terechtkomen. Veel mensen gaan ervan uit dat je het eerst financieel moeilijk krijgt en dat daarna de woonproblemen komen. Maar het werkt ook omgekeerd. Door de wooncrisis zijn er mensen die hun werk verliezen of er geen vinden door de reeks crisissituaties die ze thuis moeten oplossen.”
Marieke: “En dan zijn er nog de problemen met huisjesmelkers. Mensen durven vaak niets te ondernemen tegen een huiseigenaar die zijn afspraken niet nakomt of geen noodzakelijk herstellingen uitvoert. Ze hebben angst om uit hun woning gezet te worden, zeker wanneer er kinderen zijn. Ze gaan ervan uit dat een slecht dak boven hun hoofd beter is dan geen dak.”
Ellen: “We maakten mee dat mensen die het uiteindelijk aandurfden om een aangetekende brief te schrijven of een wooncontrole te laten uitvoeren de week nadien hun opzeg in de bus kregen. Het gebeurt ook dat huurders fysiek of mentaal worden bedreigd. ‘Als jij spelletjes speelt met mij, dan zal ik spelletjes spelen met jou. Ik weet je te vinden’, kreeg iemand onlangs te horen.”
Wat kan de overheid doen om de wooncrisis aan te pakken?
Ellen: “Wonen is een grondwettelijk beschermd recht. Toch vinden 400.000 Vlaamse gezinnen geen betaalbare en gezonde woning. Velen leven in mensonwaardige omstandigheden. Dan is het aan de overheid om tussen te komen en van investeren in wonen een prioriteit te maken. De Vlaamse Woonraad vraagt al lang om de woonbonus te herbekijken en de middelen te herschikken om meer burgers aan een betaalbare en degelijke woning te helpen. Het budget dat vrijkomt niet herinvesteren in woonmogelijkheden voor mensen in een kwetsbare positie zou een gemiste kans zijn. Dan zullen honderdduizenden mensen in zeer slechte en ongezonde omstandigheden blijven leven. Dat kan niet de bedoeling zijn.”
Marieke: “Sociale huisvesting is een prima systeem. Als het goed wordt toegepast, helpt het mensen uit de armoede. Mensen kunnen dan een woning huren die aangepast is aan hun gezinssituatie, tegen een huurprijs die is afgestemd op hun inkomen.”
Ellen: “Naast investeren in sociale woningen hebben de sociale verhuurkantoren verdere ondersteuning nodig. Dat stimuleert private eigenaars om te verhuren aan mensen met een laag inkomen. Zo komen er voor die groep meer woningen vrij. Daarnaast zou het conformiteitsattest voor elke verhuurder verplicht moeten worden. Door sommigen wordt dat gezien als pesterij, terwijl het eigenlijk niet meer dan logisch is dat je ervoor zorgt dat je woning voldoet aan de normen van de Vlaamse Wooncode.”
Marieke: “Vanuit Samenlevingsopbouw roepen we beleidsmakers op om in te zetten op alternatieve woonvormen: wonen op gemeenschapsgrond, mobiel wonen of tijdelijk gebruik. Dergelijke vormen van wonen op maat, die we samen met mensen in een kwetsbare positie uitwerken, bieden ook oplossingen. We zetten proeftuinen op waarin we werken aan innovatie en vragen de overheid om goede projecten over te nemen en op te schalen.”
Ellen: “Dat klopt. We willen de overheid in de praktijk laten zien dat er mogelijkheden zijn om voor verandering te zorgen.”