Tineke Van Heesvelde, opbouwwerker voor SAAMO Brussel, vertelt hoe WoonMobiel het verschil maakt door stabiliteit in het leven van haar bewoners te brengen. Samen met haar collega Geraldine zet ze zich al jaren in voor dit project. Ze kent de uitdagingen van de Brusselse woningmarkt en zag van dichtbij de impact ervan op de deelnemers.
Terwijl dit interview plaatsvindt, komt er een technieker van De Noordboom langs, de bouwfirma die de modulaire woningen van WoonMobiel construeerde. De twee bewoners komen in het anderhalf uur durend gesprek ook elk afzonderlijk even hallo zeggen in de collectieve ruimte. “Heb jij graag een tas koffie?” “Goh, dat mag maar ik ben op zoek naar een schroevendraaier eigenlijk”. “Ah ja, dan hoor je best eens bij (bewoner) J.” Net als Isa, de zeer actieve stagiaire voor het project die ook nog binnenspringt, voelen ze zich helemaal thuis hier. We zitten in de warme omgeving van de collectieve ruimte op de Godiva-site aan de Rue Gembastraat in Koekelberg, een pendelbuurt aan station Simonis. Dit was tot voor kort een grijs, leegstaand terrein.
Wat is het project WoonMobiel?
Tineke: “In Brussel is het voor mensen met een laag inkomen moeilijker dan ooit om een betaalbare en kwalitatieve woning te vinden. Leegstaande terreinen, wachtend op een definitieve bestemming, vormen potentieel om tijdelijke woonoplossingen aan te bieden én te koppelen aan een zinvolle invulling voor de buurt. En dat is precies de bedoeling van het project WoonMobiel. Dankzij dat project krijgen mensen stap voor stap greep op hun leef -en woonsituatie, om uiteindelijk door te stromen naar een meer permanente woning. De bewoners van WoonMobiel worden zowel individueel als collectief ondersteund, door respectievelijk CAW Brussel en SAAMO.”
Welke partners waren betrokken?
Het begon met een co-creatietraject, waarin een groep van geëngageerde “toekomstige” bewoners hun eigen woonproject mee vorm gaf. Het initiatief lag bij SAAMO, maar het gebeurde van bij het begin samen met de andere partners: KUleuven Architectuur en CAW Brussel. Bij KULeuven konden we rekenen op een samenwerking met de internationale master Architectuur en de bezielers daarvan. Later sloten nog andere kernpartners aan: BC Architects en Atelier Groot Eiland.
Modulaire houtskeletbouw
De verdere uitwerking en de uiteindelijke productie van de woningen gebeurde vervolgens door een houtskeletbouwbedrijf, De NoordBoom. Zij werken met duurzame materialen en zetten in op een combinatie van snelle (de)montage én woonkwaliteit. Voor onze collectieve ruimte konden we rekenen op Batiterre, een circulair bedrijf dat erkt met tweedehands bouwmaterialen.
Op het terrein in Koekelberg bouwden we zo twee woonunits en een collectieve binnen- en buitenruimte. De woningen mogen kosteloos op dit terrein staan in afwachting van de realisatie van de definitieve bebouwing van het terrein.
Hoe verloopt de sociale dynamiek binnen het project?
We zijn ooit begonnen aan dit project met het idee van een grotere groep mensen te kunnen installeren op een leegstaand terrein, een groep waarbinnen je ook solidariteitsnetwerken kan krijgen. Doorheen de onderzoeksjaren is het project geëvolueerd, mensen stroomden door naar andere vormen van wonen. Twee bewoners hebben hun intrek genomen in het project in Koekelberg. In zo’n klein groepje heb je veel minder interactie en kom je steeds bij elkaar terecht voor hulp, wat erg krap is. In een grotere groep heb je een dynamiek waar mensen veel verschillende rollen opnemen. We willen hun persoonlijkheid en sterktes ook benutten in het project.
De omstandigheden hebben er mee voor gezorgd dat we met twee woningen en een collectieve ruimte, atelier en buitenruimte neergestreken zijn in Koekelberg. Die collectieve ruimtes zijn een essentieel onderdeel van het project. Het is cruciaal dat ook de buren en de buurt de ruimtes mee kunnen gebruiken. Bovendien willen we ook de bewoners de kans geven om samen activiteiten te doen, én om bezoekers te ontvangen of wat meer ontspanningsruimte te hebben. De woonunits zijn immers heel klein van oppervlakte (25m²).
Hoe kan je de evolutie van de bewoners binnen het project duiden?
In de periode waarin we het project ontwikkelden, konden we aanvankelijk de zeven bewoners die meewerkten aan het project huisvesten in twee leegstaande panden in Anderlecht. We hebben gezien dat deze bewoners over de duur van het traject “ruimte in hun hoofd” konden vrijmaken: de zorg om een betaalbare woonst was er niet meer. Hierdoor waren ze in de mogelijkheid om te starten aan een langdurige opleiding, werk te zoeken en te vinden, schulden af te betalen, vrijwilligerswerk op te nemen.
Bewoners zien niet altijd zélf welke enorme evolutie ze hebben doorgemaakt doorheen de jaren. Ze zijn streng voor zichzelf, terwijl wij als buitenstaander dit beter kunnen benoemen. Allemaal hebben ze een stevig traject afgelegd.
Stappen vooruit
“Van de oorspronkelijke deelnemers aan het project, hebben er een aantal definitief de weg gevonden naar een vrijwilligers- of een arbeidscontract. We zien in het algemeen dat personen met een ziekteproblematiek of extra zorgnood het moeilijker hebben om stappen vooruit te zetten op andere domeinen. Ondanks het element van wonen in tijdelijkheid, merkten we toch dat er een zekere stabiliteit kwam in de groep. Opbouwwerk is ook typisch een groepsproces, en het is onze taak als opbouwwerkers om hen daarin te begeleiden, en de individuele begeleiders die ze daarin hebben mee hierin te betrekken. Hun individuele begeleiding zorgde – toen dat nodig bleek -ook voor doorstroming naar woningen binnen het aanbod van de sociale verhuurkantoren.”
Engagement
“We vroegen een groot engagement van onze bewoners en ze hebben dit ook volgehouden, het hele voortraject van het project. WoonMobiel was dan wel een aantrekkelijk project voor mensen in een onthaalhuis, door het vooruitzicht van een (zij het tijdelijke) betaalbare woonst. Maar we vroegen wel een sterk engagement voor het groepstraject. Ondanks alle hindernissen was er bijna geen verloop bij de deelnemers.”
“In opdracht van SAAMO is er ook impactonderzoek gedaan door Réseau SI, het vroegere Réseau MAG, die in een methodische analyse alle deelnemers hebben bevraagd (door middel van bronnenonderzoek, diepte-interviews, focusgroepen…) over de effecten van het project op hun leven op elk gebied. In de conclusies van het onderzoek lezen we: “Op sociaal vlak stelt het proces van co-constructie en co-betrokkenheid, in combinatie met het betrekken van tijdelijke huisvesting en (tijdelijke) ondersteuning van individuen en de groep, mensen in staat om hun handelingsvermogen op verschillende manieren te ontwikkelen (welzijn, autonomie, inclusie, ontwikkeling van vaardigheden, toename van eigenwaarde en zelfvertrouwen, projectplanning). “
Enkele bewoners getuigen:” Dankzij dit project heb ik echt weer een weg gevonden naar zelfstandigheid.” We zien een groei in hun psychologisch welbevinden, in hun persoonlijke ontwikkeling. Van daaruit groeit ook de stabiliteit van hun woon- en werksituatie.
Welke realisaties of ‘nieuwe’ evoluties heeft WoonMobiel nog meer teweeggebracht?
Het project WoonMobiel heeft inderdaad ook heel wat nieuwe realisaties geïnitieerd.
Samen met andere partners die ook zijn gaan inzetten op modulair wonen, kwamen we tot enkele grote en kleine politieke aardverschuivingen.
Zo bijvoorbeeld is er nu een vereenvoudigde bouwvergunning voor projecten in tijdelijkheid, er werd voor Brussel een gewestelijk loket tijdelijk gebruik opgericht. We lagen mee aan de basis voor “service based learning” bij KULeuven, waar onze samenwerking met studenten van de faculteit architectuur een belangrijke inspriratiebron voor is geweest.
We zijn nog niet klaar met dit project. Momenteel onderzoeken we hoe deze resultaten in de toekomst bestendigd kunnen worden en mogelijk ook opgeschaald naar andere terreinen en toepassingen.