Shazia, zeven jaar geleden vanuit Afghanistan gevlucht naar België, is lid van de oudergroep die onderwijsopbouwwerker Rukhsana in een school in De Panne opstartte. Intussen werkt ze bij de school.
Een nieuwe plek, een nieuwe taal
Shazia reisde in 2017 jaar man achterna, die drie jaar eerder in België een toevluchtsoord zocht. Ook hun twee kinderen kwamen mee.
Shazia: “Hier hoefden we niet meer bang te zijn voor de oorlog. Het was fijn om vlak bij de zee te wonen. Rustig, in een nette omgeving met vriendelijke mensen.”
Al vlug bleek de Nederlandse taal toch een hinderpaal voor Shazia om zich écht thuis te voelen.
Shazia: “Nederlands begrijpen en spreken was in het begin een groot probleem. Ik volgde Nederlandse les bij Open School en ook integratielessen in Oostende. Studeren combineren met de zorg voor mijn gezin was best zwaar, maar ik hield er veel contacten met andere nieuwkomers aan over.”
Ondanks de lessen die Shazia volgde, bleef lezen en schrijven moeilijk voor haar. En toen kwam de coronacrisis en moest ze thuisblijven.
Shazia: “En als je alleen thuis zit, ga je nog meer piekeren. Maar ik slaagde wel voor Nederlands niveau 1.1 en 1.2 en kreeg zo de Belgische nationaliteit. Dat was weeral een stapje vooruit.”
“Op een dag kreeg ik een brief van de school over het geplande oudercontact. Ik begreep niet wat in de uitnodiging stond. Voor mij was dit een extra stimulans om door te zetten en het Nederlands te blijven oefenen. Want ik wil dat mijn kinderen slagen op school en dat ik hen daarbij kan ondersteunen.”
Een toffe job in de schoolrefter dankzij dat extra duwtje
Wie Shazia ook een extra duwtje in de rug gaf, was onderwijsopbouwwerker Rukhsana van SAAMO West-Vlaanderen. Rukshana werkt met vier basisscholen in De Panne. Om gelijke onderwijskansen te bevorderen, zet ze in op kleuterparticipatie en ouderbetrokkenheid. Ze begeleidt schoolteams bij het omgaan met meertaligheid en diversiteit.
Rukhsana: “Ik kwam op huisbezoek bij Shazia en vertelde haar over mijn plan om met een oudergroep te starten op school.”
Shazia: “Ik was direct enthousiast, want ik wil graag mijn Nederlands blijven oefenen.”
Rukhsana: “Shazia vertelde me ook dat ze werk zocht.”
Shazia: “Mijn lieve buurvrouw Christiane, die me ook helpt met mijn papieren, had me aan de schoolpoort verteld dat ze in de schoolrefter werkt. Ik zei aan Rukhsana dat ik dat ook wel wou, maar het zelf niet durfde vragen.”
Buurvrouw Christiane en onderwijsopbouwwerker Rukhsana deden een goed woordje voor Shazia. En van het één kwam het ander.
Shazia: “Nu werk ik ’s middags in de refter. Dit werk is ideaal want gemakkelijk te combineren met de zorg voor mijn kinderen. Ik praat graag met de kindjes en kan zo Nederlands blijven oefenen. Doordat ik onder de mensen kom, ben ik minder alleen en voel ik mij fysiek en mentaal ook beter. Ik word er echt blij van.”
Ondertussen is Shazia een trouw lid van de oudergroep in de Sint-Pietersschool in De Panne.
“Wat Shazia kan, kan ik ook”
Shazia: “Kunnen praten met anderen maakt alles anders voor mij. Vroeger zat ik alleen thuis en was ik eenzaam. Vandaag voel ik me veel beter, en dat straalt ook af op de kinderen. Ik voel me gesterkt door de oudergroep en durf nu sneller naar de juf te stappen of om uitleg te vragen als ik iets niet begrijp. Ik ben ook niet meer bang om naar het oudercontact te gaan.”
Het engagement van Shazia op school krijgt ook weerklank bij andere ouders. Op aanraden van Shazia sluiten steeds meer mensen aan bij de oudergroep, en wordt er afgesproken om samen naar de activiteiten van de school te gaan. Sommige mama’s vragen om net als Shazia op school te mogen werken.
Shazia: “Familie van mij die in Bredene woont heeft ook al gevraagd om daar op school te mogen werken. Zij denken: “Wat Shazia kan, kan ik ook”. Ik ben blij dat ik nu ook andere nieuwkomers de weg kan wijzen. Mijn vriendinnen hebben mij destijds goed opgevangen. Vandaag kan ik zelf iets teruggeven, anderen helpen en inspireren.”
Rukhsana: “Shazia was de eerste werkende mama met een hoofddoek op school. Sommige kinderen stelden daar vragen over en de school heeft daar goed op gereageerd. Ze stelde Shazia voor in de refter: Wie is deze mevrouw? Wat is haar taak? Waarom draagt ze een hoofddoek? Ook de juffen in de klas hebben de vragen over cultuur en gewoonten goed opgevangen.”