Skip to content

Solidariteit in de wijk Kronenburg | verhalen

14/11/2021
Solidariteit Kronenburg
© Fatinha Ramos

Zag je deze tekening hangen? Nam je een kaartje of kreeg je er misschien één? Illustratrice Fatinha Ramos maakte deze afbeelding op basis van verhalen van mensen die wonen en werken in de wijk Kronenburg in Deurne-Noord, vlakbij het Antwerpse Sportpaleis. Het zijn verhalen over contacten tussen buren en solidariteit.

Maar hoe ontstaat solidariteit in een wijk? Opbouwwerkers Joke en Hafida van Buurtwerk Dinamo gingen een paar jaar geleden hierrond aan de slag. Ze brachten bewoners, scholen, het lokale dienstencentrum en anderen bij elkaar rond het thema delen met activiteiten als deelmaaltijden, een repaircafé of een mobiele kinderbib. Maar ontstaat er zo meer verbinding tussen mensen? En wat betekent dat voor wie er woont of werkt? Hakima, Emiel, Siham en Karen vertellen er over.

Wil je weten hoe Joke en Hafida het aanpakten? Lees dan dit.

De teksten werden geschreven door Geert Schuermans van SAM, steunpunt Mens en Samenleving.

Hakima

“Sindsdien kom ik ook op donderdag naar Soeperdeboere, de kookmiddag in buurtwerking Dinamo. Ik heb zelfs al mee gekookt.”

Mijn naam is Hakima. Tot voor een paar maanden werkte ik als verzorgende in een instelling voor mensen met een beperking. Maar een hele dag mensen optillen is niet goed voor je rug. Nu zit ik thuis met een hernia. Mijn kinderen hebben ondertussen minder zorg nodig. Ik heb er vijf: de oudste is 20, de jongste 10. Ik heb dus tijd om wat meer buiten te komen. Alleen kende ik eerst niet zo veel volk in Kronenburg.

Op een dag bracht ik de jongste naar school. Aan de poort stonden een aantal mensen met een grote bakfiets. Ze leenden boeken uit voor de kinderen. Mijn dochter heeft er een aantal mee naar huis genomen. Ze leest erin. Dat is fijn, want dan is ze eens niet bezig op de laptop of de tablet. Je weet hoe kinderen vandaag de dag zijn.

“Ik twijfelde eerst om te gaan, maar ik heb het toch gedurfd. Gelukkig!”

Maar die boeken waren niet het enige dat ik die ochtend kreeg. Ik ging ook naar huis met een uitnodiging op zak. Toen ik aan de babbel geraakte met een van de vrouwen van de bakfiets, nodigde ze me uit om langs te komen op een deelmaaltijd in het parochiecentrum. Ik twijfelde eerst om te gaan, maar heb het toch gedurfd. Gelukkig! Want het werd een heel fijne avond. Ik heb er een hele boel mensen leren kennen.

Sindsdien kom ik ook op donderdag naar Soeperdeboere, de kookmiddag in buurtwerking Dinamo. Ik heb zelfs al mee gekookt. Mijn specialiteit is couscous met veel groentjes. Soeperdeboere is een beetje zoals op vakantie gaan. Je ontmoet er mensen van over heel de wereld. Vorige keer kookte ik samen met vrouwen uit Brazilië, Senegal en Syrië. Achteraf heb ik wel een uur staan praten met een hele lieve dame uit Rusland.

“Ik spreek nu zelf mensen in de buurt aan als ik denk dat ze iets nodig hebben.”

Door al dat babbelen is mijn Nederlands nogal verbeterd. In Dinamo heeft iedereen zijn eigen moedertaal, maar het Nederlands dat delen we. Het is de taal waarin we met elkaar kunnen communiceren. Ook mijn kinderen zeggen dat ik vooruit ga. Met mijn jongste lees ik samen de boekjes die ze uitleent. Met de twee oudsten kijk ik naar het nieuws. Zij verbeteren me als ik een woord fout uitspreek. Ik vind dat ontroerend. Ik heb hen vroeger Arabisch geleerd, zij leren mij nu Nederlands.

Ik spreek nu ook zelf mensen in de buurt aan als ik denk dat ze iets nodig hebben. Samen met een paar vrouwen gaan we op stap in Deurne. Er is een Belgische dame bij, een Afrikaanse en een paar Marokkaanse vrouwen. Maar dat maak niet uit: we zijn allemaal mama’s dus begrijpen we elkaar. Ik wil het beste voor mijn kinderen, en zij voor de hunne. Als je elkaar op zo’n punt vindt, lukt de rest samen ook wel.

Misschien voelde ik me voor ik Dinamo leerde kennen een beetje eenzaam. Maar dat is voorbij. Nu ben ik blij. Ik heb mijn kinderen waar ik trots op ben, een lieve man, een goede woning, en heel fijne buren. In Kronenburg is het goed wonen.

Emiel

“Ik vond het fijn om de mensen voort te helpen met wat ik goed kan. Van elektriciteit weet ik wel een en ander, ook al ben ik schrijnwerker van opleiding.”

De eerste keer dat ik in Dinamo kwam, was samen met de pastoor. Die had in de kerk een paar mensen op bezoek gekregen, die financieel in de problemen zaten. Joke en Hafida hebben die goed kunnen doorverwijzen, maar ik was vooral onder de indruk van het respect waarmee ze iedereen behandelden. Daarom ben ik blijven komen.

In Kronenburg zet ik mij vooral in voor de parochie. Maar zoals overal loopt het aantal parochianen terug en diegenen die er nog zijn, worden een dagje ouder. Ik ook trouwens. Wat ik aan de mensen van Dinamo apprecieer, is dat zij doen wat de parochie vroeger deed: de mensen bij elkaar brengen. Iemand moet dat doen, want vanzelf werkt dat in een buurt als deze niet.

“De mensen bij elkaar brengen. Iemand moet dat doen, want vanzelf werkt dat in een buurt als deze niet.”

Zelf heb ik meegedaan aan het repaircafé in het dienstencentrum. Dat was wel spannend: je weet niet met wat voor toestellen ze bij je gaan komen. Ik heb mijn plan wel getrokken. Ik herinner mij een oude boor, een zware machine uit de jaren ’50. Die heb ik  toch maar mooi weer aan de praat gekregen. De modernere apparaten waren moeilijker. Vandaag maken ze veel spullen met opzet zo dat je ze niet meer open kunt doen om te repareren. Dat is spijtig, maar ja, de commerce, he…

Ik vond het fijn om de mensen voort te helpen met wat ik goed kan. Van elektriciteit weet ik wel een en ander, ook al ben ik schrijnwerker van opleiding. Ik ben daar van jongs af mee bezig geweest. Ik heb het geleerd door erover te lezen en vooral door het te doen. Toen ze de Scheldetunnel staken, zochten ze elektriekers en ik heb me aangediend. Gelukkig hoefden ze mijn diploma niet te zien, want dat had ik niet. In die put heb ik de stiel geleerd. Daarna heb ik nog mee aan het Middelheim gebouwd. Mijn werk daar moest niet onderdoen voor dat van de echte elektriekers. Dat waren nogal eens tijden.

“Het doet mij deugd om te zien hoeveel verschillende mensen daar bij elkaar komen, mekaar leren kennen, een babbeltje doen,…”

Nu moet ik het wat rustiger aan doen. Vorige winter ben ik uitgegleden en lelijk op mijn gat gevallen. Ik zit nog met een ingedeukte wervel. Maar naar de deelmaaltijden in Kronenburg ben ik wel gekomen. Het doet mij deugd om te zien hoeveel verschillende mensen daar bij elkaar komen, mekaar leren kennen, een babbeltje doen… Alleen het eten is mijn ding niet. De Arabische keuken is mij te zoet. Ik neem wel iets uit beleefdheid, maar dat is het.

Mijn buurvrouw die komt uit Pakistan. Zij kookt ook met heel uitgesproken kruiden. Dat is niet erg. Ieder zijn goesting. Ik ga daar niet over discussiëren. Ze weet ook dat ik dat niet lust. Wel help ik haar dochter met het huiswerk. De mama kan dat niet. Ze heeft ook nogal veel op haar bord. Haar man is een tijd geleden overleden en ze staat er alleen voor met twee kinderen. Af en toe staat ze ook aan de deur met een brief die ze niet begrijpt. Ik leg haar dat dan uit. In Dinamo doen ze dat ook, weet ik. Bij Koffie en Formulieren hebben ze vrijwilligers die goed thuis zijn in administratie en mensen daar verder in helpen.

Ach ja, hier in Kronenburg helpen wij mekaar. Zo hoort dat toch. Op die manier maken we de buurt elke dag een beetje beter.

Karen

“Wat ik nog wel moeilijk vind aan de buurt is het gebrek aan groen en openbare ruimte.”

De tijd vliegt. Ik woon al sinds 2005 in Kronenburg. Maar toch ken ik hier niet zo veel mensen.
Ik denk dat dat komt omdat de mensen die hier komen wonen ook weer snel vertrekken. In mijn buurt staan misschien wel 30 huizen te koop. Als je al eens iemand leert kennen, zijn die binnen de kortste keren weer weg.

Daarom ben ik blij dat ik Dinamo heb leren kennen. Dat gebeurde via de school. Om de paar dagen staan ze met hun bakfiets vol boeken aan de schoolpoort. Mijn dochtertje snuistert daar graag in. Op een dag sprak de dame die bij die bakfiets stond mij aan. Dat was Joke, de opbouwwerkster van Dinamo. Ze gaf me een foldertje van de buurtwerking en nodigde me uit om eens langs te komen.

“Als je al eens iemand leert kennen, zijn die binnen de kortste keren weer weg.”

Het heeft even geduurd eer ik die stap durfde te zetten. De Bisschoppenhoflaan oversteken vind ik toch niet evident. Maar ik heb het toch gedaan en het me nog geen moment beklaagd. Eerst heb ik even 2-spraak gedaan. Ik ging één keer per week een uurtje met een nieuwkomer babbelen zodat die zijn Nederlands kon oefenen. Na dat uur was er altijd Soeperdeboere waarbij mensen uit de buurt iets kookte voor de rest van de bezoekers van de buurtwerking. Dat was altijd lekker en gezellig. Ik heb daar veel nieuw volk leren kennen.

Een tijdje terug heb ik ook meegedaan aan het repaircafé dat Dinamo in het Dienstencentrum van Kronenburg organiseerde. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik nu een aantal gezichten herken als ik door mijn straat wandel. Dat vind ik wel tof. Ik ken maar een beperkt aantal mensen in de straat, maar die wil ik koesteren. Het moet niet allemaal anoniem zijn. Kronenburg is geen grootstad, hé. Zo is er een familie in de straat waar ik heel goed mee overeen kom. Wij lopen elkaars deur niet plat, maar we helpen elkaar wel voort. Ik geef mijn gelezen tijdschriften aan hen door en zij nemen mijn dochter elke woensdag mee naar de Kunstacademie. Dat is toch schoon!

“Ik ken maar een beperkt aantal mensen in de straat, maar die wil ik koesteren.”

Met de buren is de relatie heel lang heel slecht geweest. Het is een groot gezin. Ik werd zot van het lawaai van hun kinderen. Onze huizen zijn slecht geïsoleerd. Wij hoorden elkaar door de muur heen niezen. Ik had hen daar een aantal keer op aangesproken, maar ze deden daar niets aan. Ik ben daar zo boos over geweest. Maar toen werd mijn dochter geboren. Dat heeft me toch een aantal zaken doen inzien. Ik heb me toen voorgenomen vriendelijker tegen hen te zijn, en al zeg ik het zelf: dat is keigoed gelukt! Nu zeg ik altijd “Goeiemorgen” als ik de buurman ’s ochtends zie en hij zegt altijd vriendelijke goeiemorgen terug. Dat is toch een veel plezantere situatie dan vroeger.

Wat ik nog wel moeilijk vind aan de buurt is het gebrek aan groen en openbare ruimte. Mijn dochter schommelt graag, maar buiten één pleintje is die mogelijkheid er niet. Ik zet mijn hoop op de Groene Sproet, het nieuwe groene speelterrein dat de stad op de voormalige site van de houthandelaar gaat ontwikkelen. Hopelijk geeft dat ons wat lucht. Ik hoor dat Dinamo er mee wil voor zorgen dat de buurtbewoners genoeg inspraak hebben bij de inrichting. Dat toont nog maar eens wat een chance het is dat die buurtwerkers er ook voor Kronenburg zijn.

Siham

Ik ben Siham, mama van twee kinderen en leerkracht in De Bever, de basisschool in de Bevernagelei. Ik geef er islamitische godsdienst in alle jaren, van het eerste tot en met het zesde. Dat is een job die ik heel graag doe.

De eerste keer dat ik van Dinamo hoorde was via het leesproject. Twee keer per week zetten ze hun bakfiets die volgeladen is met boeken voor de schoolpoort. De leerlingen kunnen er naar hartenlust boeken uitlenen. Ze moeten ze terugbrengen, maar ik hoor dat daar niet te streng mee omgesprongen wordt. Als leerkracht vind ik zo’n project geweldig. Lezen is zo belangrijk voor jonge kinderen. Alleen hebben niet alle gezinnen in Kronenburg de middelen om boekjes te kopen, en de bibliotheek aan de overkant van de Bisschoppenhoflaan is niet bij iedereen bekend.

“Lezen is zo belangrijk voor jonge kinderen. Alleen hebben niet alle gezinnen in Kronenburg de middelen om boekjes te kopen.”

Een paar maanden nadat ik van het leesproject hoorde, kwam mijn collega Tanja naar me toe. Tanja geeft zedenleer en had met Joke en Hafida van Dinamo gepraat. Ze hadden het idee om op De Bever een deelmarkt te organiseren. Tanja was enthousiast en wilde er een interlevensbeschouwelijk project van maken. Daar moest ik geen twee keer over nadenken.

De focus van het project lag op het belang van duurzaamheid: spullen recycleren en hergebruiken. We wilden onze kinderen tonen dat spullen niet altijd nieuw moeten zijn om goed te zijn. Tijdens de les zijn we naar de Kilomeet gegaan, de kringloopwinkel op de Bisschoppenhoflaan. Veel van de kinderen kenden die plek niet. Achteraf hoorde ik dat een aantal gezinnen er sindsdien komen om er hun oude spullen weg te geven en er nieuwe te kopen voor weinig geld.

“Voor ons was het belangrijk dat iedereen zich welkom voelde.”

De deelmarkt zelf was een groot succes. De medewerkers en de vrijwilligers van Dinamo hadden, samen met de leerkrachten, de spullen ingezameld die we aanboden. Aan de kinderen zelf wilden we niet vragen om iets mee te brengen. We wilden niet dat iemand zich verplicht zou voelen iets mee te brengen. Als leerkracht zie ik maar al te goed dat in Kronenburg veel gezinnen zijn die gewoon geen afdankertjes hebben. Voor ons was het belangrijk dat iedereen zich welkom voelde.

Achteraf logen de reacties er niet om. De kinderen waren super-enthousiast en de ouders ook. We hebben direct met heel de school beslist dat we de deelmarkt jaarlijks opnieuw zouden organiseren. Jammer genoeg stak COVID er dit jaar een stokje voor. Maar als heel deze coronamiserie achter de rug is, staan we er weer.

“Mensen met wie je over alle zaken van het leven kunt praten.”

Als het zover is, spreken we Dinamo daar zeker opnieuw op aan. De samenwerking nu verliep perfect. Ik ben heel blij dat ik Joke, Hafida en alle andere medewerkers van de buurtwerking heb leren kennen. Ze zijn heel professioneel, maar tegelijk erg warm en open. Mensen met wie je over alle zaken van het leven kunt praten.

Veel kinderen en ouders kwamen via de deelmarkt voor het eerst met Dinamo in contact. Ik hoop dat ze de andere projecten van het buurthuis gaan ontdekken, want ik twijfel er niet aan dat ze ook daar hun voordeel mee kunnen doen. Dinamo is zonder twijfel een meerwaarde voor Kronenburg.

Back To Top