Het project Taal in een superdiverse stad liep af eind 2020. Het project zocht manieren om elkaar te begrijpen in een meertalige context. Het project werkte met mensen die uitsluiting ervaren omwille van hun beperkte kennis van het Nederlands. Hoe slagen we er in om die mensen volwaardig te betrekken, ook als Nederlands niet lukt?
Superdiverse steden zijn meertalige steden
We groeien naar een superdiverse stad, waar de minderheden de meerderheid worden. Superdiversiteit betekent ook een overgang naar meertalige steden. Bij 37% van de kinderen in het lager onderwijs in Antwerpen sprak men in 2011 thuis een andere taal. Het is een uitdaging om elkaar in zo’n context te blijven begrijpen.
Beleidsmatig wordt er heel sterk de nadruk gelegd op Nederlands. Op het vlak van wonen, leefloon, vorming of werk zien we een tendens om dat sociaal grondrecht te laten afhangen van mensen hun kennis van het Nederlands. Dit ondanks het wetenschappelijk bewijs dat sommige mensen er ondanks inspanningen niet in kunnen slagen om vlot Nederlands te spreken.
Daar maakten we dit filmpje over:
Zijn er andere mogelijkheden om elkaar te begrijpen als Nederlands niet goed lukt? Dat is de uitdaging van het project ‘Taal in een superdiverse stad’.
Niet vlot Nederlands spreken is geen bewijs dat je niet wil participeren
Het project Taal in een superdiverse stad keek op een andere manier naar mensen die er niet in slagen om vlot Nederlands te spreken. Het project werkte in 4 buurtwerken van SAAMO met mensen die uitsluiting ervaren omwille van hun beperkte kennis van het Nederlands.
Het project:
- Ging op zoek naar de andere talenten die mensen hebben. Hoe kunnen we die talenten zien, waarderen en inzetten?
- Zocht andere manieren om elkaar te begrijpen in een meertalige context. Hoe begrijpen mensen elkaar nu? Welke overlevingsstrategieën gebruiken mensen? En wat kunnen we daaruit leren? Kunnen we manieren vinden om elkaar te begrijpen?
- Legde de problematiek en alternatieven op de beleidsagenda’s.